De zorgsector verkeert momenteel in een soort van spagaat. De zorginstellingen willen handen aan het bed en het liefst ook vaste gezichten, maar kampen aan de andere kanten met enorme tekorten die almaar blijven stijgen. Dit komt door de vergrijzing en ook het verloop en verzuim, dat in de zorg enorm is. Om die zorg voor iedereen beschikbaar te houden, zijn onder anderen zzp’ers nodig.
Medio september kwam de NOS met een bericht naar buiten dat ongeveer een derde van alle zorginstellingen in Nederland in 2022 rode cijfers schreef. Dat komt onder meer doordat de coronagelden opraken en de stijgende verzuimcijfers. Dat is vrij ernstig, maar raakt wel een kern. Iedereen roept dat de cao-lonen omhoog moeten en dat juich ik toe, maar dan wordt er weer verbolgen gereageerd dat de zorgpremies komend jaar flink stijgen. Hoe moeten die mensen anders hun salaris krijgen?
Hierdoor ontstaan twee bewegingen. De ene kijkt naar de indamming van de kosten Personeel niet in loondienst (PNIL). Door onder andere aantal zzp’ers binnen zorginstellingen terug te dringen, zouden deze kosten drastisch kunnen dalen. Dat is een hardnekkige perceptie die blijft bestaan, want Berenschot heeft in een onafhankelijk onderzoek uitgerekend dat zzp’ers gemiddeld beperkt duurder zijn (5%) dan zorgprofessionals in loondienst.
De overheid en specifiek demissionair minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) voeren de andere beweging aan. Van Gennip heeft een conceptwetsvoorstel ingediend om de wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie (DBA) te verduidelijken. Iedereen kan en mag in de internetconsultatie reageren op het wetsvoorstel verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden. Vanaf 1 juli 2025 zou de wet in moeten gaan, waarbij strenger wordt gelet op arbeidsrelatie, gezagsverhouding en de ondernemerschapscriteria van de zzp’er. Op 1 januari 2025 komt het handhavingsmoratorium van de Belastingdienst te vervallen. Dat betekent dus dat de fiscus vanaf die datum actief gaat controleren.
“Ik verwacht dat zorginstellingen in toenemende mate op zoek gaan naar een veilige haven.”
Sandor Brouwer, algemeen directeur PIDZ
Op de weg daarnaartoe krijgen we mogelijk vanaf 1 januari 2024 te maken met het Fiscaal kader zzp zorg, een traject dat parallel loopt aan de verduidelijking wet DBA. Hierbij zijn zes brancheorganisaties in de zorg en drie ministeries betrokken. Hierin wordt waarschijnlijk een aparte set regels opgesteld, waarmee zzp’ers in de zorg als zelfstandig ondernemers kunnen worden ingehuurd. Een voorstel is, bijvoorbeeld, dat zzp’ers zeven aaneengesloten maanden voor maximaal 28 uur in de week bij één opdrachtgever mogen werken.
De minister en dit Fiscaal kader zorg zzp beogen hetzelfde: ze willen het kaf van het koren scheiden, dat zzp’ers ook échte ondernemers zijn. Ook bij PIDZ streven wij hiernaar. We volgen nauwgezet of de uitwerkingen voldoende handvatten bieden voor alle stakeholders. Zorgbestuurders vinden in ieder geval niet alleen de kosten, maar ook de wet DBA belangrijk. Zij zitten niet te wachten op een naheffing van de Belastingdienst, omdat zij zich niet aan de wet- en regelgeving hebben gehouden. Erger nog: het kan reputatieschade opleveren.
Ik verwacht daarom dat zorginstellingen in toenemende mate op zoek gaan naar een veilige haven als de nieuwe wetgeving met rasse schreden nadert. Dus geen bureaus die diploma’s onvoldoende screenen, vooral aanmeldingen snel verwerken en eigenlijk geen idee hebben welke mensen naar opdrachtgevers gaan, maar gerespecteerde organisaties die werken met kwalitatieve zzp’ers en voldoen aan de wet- en regelgeving.
Ik denk dat wij met PIDZ op de goede weg zijn als ik kijk naar de eisen die de wet DBA stelt. Bij ons mogen zzp’ers, bijvoorbeeld, hun eigen tarieven bepalen en factureren ze rechtstreeks aan de opdrachtgever. Bemiddeling op een zuivere manier, zonder tussenkomst. Wij blijven daarom werken aan die veilige haven mét kwalitatieve zzp’ers die zijn gelegd langs de meetlat en voldoen aan de wet DBA.
Benieuwd naar de vorige column van Sandor?
Laten we zorgomdenkers omarmen om de sector te verbeteren