Schijnzelfstandigheid op de werkvloer? Zo voorkom je problemen

Als opdrachtgever ben je samen met je ingehuurde zorgverleners verantwoordelijk voor de afspraken rondom de samenwerking. Logisch. Maar hoe je je samenwerking invult, komt nauw. Schijnzelfstandigheid ligt namelijk op de loer en dat kan grote gevolgen hebben. Lees in deze blog wat schijnzelfstandigheid is en hoe je het voorkomt.

Inhoudsopgave:

Als opdrachtgever ben je samen met je ingehuurde zorgverleners verantwoordelijk voor de afspraken rondom de samenwerking. Logisch. Maar hoe je je samenwerking invult, komt nauw. Schijnzelfstandigheid ligt namelijk op de loer en dat kan grote gevolgen hebben. Lees in deze blog wat schijnzelfstandigheid is en hoe je het voorkomt.

Soorten arbeidsrelaties

Als jij en een zorgverlener een samenwerking aangaan, sluit je een overeenkomst. Daarin staan alle afspraken van de verbintenis. Volgens het Burgerlijk Wetboek kun je drie soorten overeenkomsten sluiten. Dat zijn:

  • Met een arbeidsovereenkomst ben je in loondienst;
  • Overeenkomst op basis van opdracht. Dit is de arbeidsrelatie tussen opdrachtgevers en zzp’ers;
  • Overeenkomst op basis van aanneming van werk. Dit is een overeenkomst waarbij je buiten een dienstbetrekking iets maakt van stoffelijke aard. Denk aan het bouwen van een huis of het aanleggen van een tuin. In de zorg komt deze arbeidsrelatie niet voor.

Drie opties dus. Dat klinkt simpel. Toch ligt het fiscaal iets ingewikkelder. Dat komt omdat de Belastingdienst de categorie ‘Arbeidsovereenkomst’ specificeert in drie groepen:

  • Echte dienstbetrekking. Er is sprake van een echte dienstbetrekking als een werknemer verplicht is om gedurende een bepaalde periode arbeid te verrichten, terwijl hij of zij daarvoor betaald wordt. Er bestaat dus een gezagsverhouding.
  • Vroegere dienstbetrekking. Wanneer een dienstbetrekking is beëindigd, maar de ex-werknemer toch nog inkomsten ontvangt, is er sprake van een vroegere dienstbetrekking. Dit geldt voor gepensioneerd of ontslagen personeel.
  • Fictieve dienstbetrekking. Ook als er geen sprake is van een echte dienstbetrekking, kan de Belastingdienst je arbeidsrelatie in sommige gevallen wel zo beschouwen. De Belastingdienst ziet ingehuurde zorgprofessionals dan als een werknemer en belast de werkgever ook op die manier. Er wordt vaak gesproken over een fictieve dienstbetrekking als er sprake is van schijnzelfstandigheid.

Wat is schijnzelfstandigheid?

Schijnzelfstandigheid is een situatie waarin het lijkt alsof de ingehuurde zorgprofessional een zelfstandige is, maar hij of zij in feite in loondienst is. In dat geval onthoud je je als opdrachtgever onterecht van verplichtingen zoals bepaalde belastingen betalen, doorbetalen bij ziekte en handelen op basis van een cao. Voor de zzp’er betekent het dat hij of zij wellicht onterecht gebruikmaakt van fiscale voordelen voor zelfstandigen.

Wanneer is een zzp’er een zzp’er?

De grote vraag is dus: wanneer is een zzp’er écht een zzp’er? En wanneer niet? Daar zijn geen strakke richtlijnen voor. Maar aan de hand van uitspraken van rechters hebben we toch geprobeerd een profiel op te stellen.

  • Duur en omvang van werkzaamheden: hoe meer een zzp’er werkt, hoe meer dat duidt op ondernemerschap. Werkt een zelfstandige slechts enkele uren per maand? Dan valt dat in de categorie ‘resultaat uit overige werkzaamheden’.
  • Organisatie van kapitaal en arbeid: een ondernemer herken je aan investeringen in de eigen onderneming. Denk aan investeringen in zaken als een auto, laptop of eigen kantoor.
  • Grootte van bruto baten: hoe meer omzet een zzp’er maakt, hoe meer dat neigt naar ondernemerschap. Een ondernemer heeft gemiddeld een omzet vanaf zo’n 20.000 euro per jaar.
  • Winstverwachting: van een ondernemer mag je verwachten dat er winst gemaakt wordt. Wanneer een zelfstandige geen winst maakt, is de onderneming niet rendabel en is hij of zij geen ondernemer.
  • Het lopen van (ondernemers)risico: een zzp’er is een zzp’er als hij of zij ondernemersrisico’s loopt. Een medewerker in loondienst wordt niet direct ontslagen als hij een fout maakt; een ondernemer loopt dat risico wel. Maar als ondernemer loop je bijvoorbeeld ook het risico dat er geen opdrachten binnenkomen of dat facturen niet worden betaald.
  • Mate van zelfstandigheid: hoe zelfstandiger een zzp’er onderneemt, hoe meer dat duidt op ondernemerschap.
  • Beschikbare tijd: van een ondernemer mag je verwachten dat hij/zij veel tijd in zijn of haar onderneming stopt. Een ondernemer heeft die tijd tenslotte nodig om voldoende omzet te kunnen maken.
  • Mate van acquisitie: als een zzp’er regelmatig actief op zoek gaat naar nieuwe opdrachten, wordt hij of zij eerder omschreven als ondernemer.
  • Het aantal opdrachtgevers: hoe meer opdrachtgevers een zelfstandige heeft, hoe meer dat neigt naar ondernemerschap.
    Let op: het is een fabel dat een zzp’er minstens drie opdrachtgevers in 12 maanden moet hebben. Ook als een zelfstandige er meerdere heeft, maar hij of zij te afhankelijk is van één van die opdrachtgevers, wordt die persoon waarschijnlijk niet direct als zelfstandige gezien. Dit is ook afhankelijk van alle andere omstandigheden zoals hierboven beschreven.

Wetgeving rondom fictieve dienstbetrekking

Schijnzelfstandigheid is een belangrijk thema binnen de Belastingdienst. Toch blijkt het lastig de wetgeving en handhaving werkbaar te krijgen voor iedereen. De vroegere VAR bleek niet werkbaar voor de Belastingdienst, de vervangende wet DBA niet voor opdrachtgevers. Ook andere pogingen, zoals Beschikking Geen Loonheffing (BGL) en het wetsvoorstel van minister Koolmees over minimumtarieven, bleken niet de oplossing. Nu richt de politiek zich op ‘de webmodule’, maar deze oplossing stuit eveneens op veel kritiek.

Onder de streep is de scheidslijn tussen loondienst en zzp-schap nog altijd niet duidelijk en de handhaving minimaal. Daar komt binnenkort verandering in. Eind maart buigt de Hoge Raad zich over dit thema in de zaak tussen het FNV en Deliveroo. Die uitspraak zal voor meer duidelijkheid zorgen.

Zo controleer je de situatie op jouw werkvloer

Kun je, gekeken naar de wetgeving, als zorginstelling nog samenwerken met zzp’ers? Het antwoord hierop is: ja. Maar je moet hier namelijk wel actief mee aan de slag gaan in samenwerking met de zzp’er en eventueel het bemiddelingsbureau. Het is zaak je arbeidsrelaties en onderliggende contracten goed te regelen. Wil je controleren hoe de situaties op jouw werkvloer is? Volg dan deze 4 stappen.

  • Zet de feitelijke situatie binnen jouw organisatie op een rij. Welke contracten zijn actief? Hoe wordt er op de werkvloer samengewerkt met zzp’ers?
  • Ga dit fiscaal analyseren en deel iedere relatie in in een groene, oranje of rode categorie.
  • Beslis hoe je rode en oranje arbeidsrelaties wilt aanpakken.
  • Implementeer je beslissingen:
    • Pas waar nodig de cultuur binnen je organisatie aan wanneer het gaat om de manier van samenwerken met zzp’ers.
    • Controleer je overeenkomst met de intermediair, wanneer je er met een samenwerkt voor de inzet van zzp’ers.
    • Leg de modelovereenkomst voor aan de Belastingdienst.
    • Vraag een ‘beschikking geen verzekeringsplicht’ aan.
    • En anticipeer op toekomstige wijzigingen. Wacht niet totdat het te laat is.

Vergeet niet om deze post te delen.

Aan de slag als zzp'er in de zorg via PIDZ

Wij zijn altijd op zoek naar vakbekwame zorgprofessionals zoals jij: mensen met kennis van zaken en hart voor de zorg.

Meer weten over PIDZ Detachering?

Laat hier je gegevens achter en je ontvangt direct onze brochure met meer informatie.