Schrijfster Maria Grijpma van de boekenreeks Klein Geluk weet hoe het is om te buffelen als zorgprofessional. Daarom geeft de voormalig verpleegkundige anderen mee om goed naar het eigen lichaam te luisteren en vooral de eigen grenzen aan te geven. ,,Dat heeft positieve gevolgen voor je werkgeluk.”
De ontvangst is hartelijk met een kop koffie en cakeje erbij. Maria is de vrolijkheid zelve. In het bijna twee uur durende gesprek gaat het over haar boekenreeks met medeauteur Inge Jager Klein Geluk, over werkgeluk in de zorg, haar vier decennia aan ervaring als verpleegkundige en de staat van de zorgsector.
In haar meest recente boek, Klein Geluk voor de zorg, schuilt een onderliggende boodschap voor alle zorgverleners in Nederland die veerkrachtig en gezond willen zijn. Hierdoor kunnen zij op hun eigen manier het verschil maken.
Als de huidige staat van de zorg ter sprake komt, gaat Maria meteen in op de pijnpunten. “Ik denk dat we een supernurse hebben gecreëerd. Ik ben van mening dat we de mensen in de loop der jaren te hoog hebben opgeleid. Waarom kan het niet zoals vroeger zijn dat je een hoofdzuster met assistenten hebt?”, begint de auteur.
"Als je leed hebt meegemaakt uit het verleden dan ga je in de overlevingsstand. Altijd maar buffelen. Niet miepen. Doorgaan."
Maria Grijpma, auteur en ex-verpleegkundige
Ze bekrachtigt haar standpunt met enkele voorbeelden. “Het werkt in tijden van schaarste toch efficiënter als de lager opgeleiden zorgen voor de algemene dagelijks levensbehoeften, de technici de pompen aan het bed bedienen en één of twee personen die alles coördineren?”
Maria beeldt een weegschaal uit die continu op en neer gaat, zoekend naar de juiste balans. Ondertussen legt ze uit hoe ze de toekomst van de zorg voor zich ziet. “Aan de kant van de zorgprofessionals zullen de tekorten groter worden”, stelt ze. “Dus moet er iets aan de kant van de zorgvrager gebeuren. Daar denken knappe koppen over na.”
Ze vervolgt: ,,Maar niemand vraagt zich af of we wel zo oud moeten willen worden en of de vierde generatie zich niet eerder en bewuster zou moeten voorbereiden op de laatste levensfase en de dood. Daar denk ik over na. Zelf zou ik niet te veel doen en gek genoeg geeft dat rust.”
Maria weet als geen ander hoe zorgverleners kunnen worstelen met de werkdruk en soms ook met zichzelf. “Ik had een depressieve moeder en strenge vader die altijd werkte. Daarom was ik te vroeg van huis gegaan”, stelt de voormalig verpleegkundige zich kwetsbaar op.
Ze kwam er op latere leeftijd achter dat het leed van een ander ook betrekking had op haarzelf. “Toen ik dit eenmaal wist, ben ik met mijn verleden aan de slag gegaan en een stuk rustiger geworden.”
Maria drukt iedere zorgprofessional op het hart om goed voor zichzelf te zorgen, niet voor niets het credo van haar boekenreeks. “Dat is natuurlijk supermoeilijk. Als je leed hebt meegemaakt uit het verleden dan ga je in de overlevingsstand. Altijd maar buffelen. Niet miepen. Doorgaan.”
"Ga met pijn uit het verleden aan de slag. En al moet je daarvoor in therapie: doe het gewoon. Gun jezelf het beste."
Maria Grijpma, auteur en ex-verpleegkundige
Ze tekent op papier een diagram met drie gelijke delen: trauma, overleven, gezond. Dit is gebaseerd op traumaverwerking van prof. dr. Franz Ruppert. “Als jouw traumadeel heel groot is, ga je dus in de overlevingsmodus waardoor jij je gezonde deel niet kunt ontwikkelen.” Haar boodschap: “Ga met pijn uit het verleden aan de slag. En al moet je daarvoor in therapie: doe het gewoon. Gun jezelf het beste.”
Zorgprofessionals staan erom bekend graag voor anderen te zorgen. Maar goed voor zichzelf zorgen? Dat blijkt lastig. Daarom zitten veel zorgverleners ook met mentale klachten thuis, zoals begeleider Mart die inmiddels is hersteld. IZZ-onderzoeker Irene van der Fels en bedrijfsarts Marlo van den Kieboom beschreven eerder op deze website dat het aantal mentale klachten onder zorgverleners toeneemt.
Voor Maria was het altijd heel simpel: als zij zich niet thuis voelde op haar werkplek dan vertrok ze weer. “Durf weg te gaan. Dit is de tijd om je ideale werkplek te zoeken”, benadrukt de boekenschrijfster, die met een anekdote komt.
Haar ogen beginnen te glimmen. “Ik ben jaren geleden een keer naar de manager gestapt vanwege de werksfeer. Ik vroeg hem of hij daar iets aan ging veranderen. Hij zei: ‘Maria, wat denk je zelf? Ik ben over drie jaar met pensioen.’ Ik wist genoeg en heb meteen mijn ontslag ingediend.”
Weer pakt ze pen en papier erbij en begint te tekenen. De relatiedriehoek. In Jip-en-Janneketaal legt Maria uit hoe die werkt. “Als jij ergens negatieve energie instopt, dan werkt dat door op iedereen die in relatie staat met elkaar.”
“Het ware grote geluk bestaat niet. Maar je moet heel zuinig zijn op momenten van klein geluk. Geluk bestaat in de kleine romantiek van het dagelijks leven…"
Lin Yutang, Chinees filosoof
Ze schetst een voorbeeld. “Als een buschauffeur chagrijnig achter het stuur zit, dan praten de reizigers hierover met elkaar. De irritatie hangt in de lucht. Is de buschauffeur vrolijk dan komen de mensen ook blij binnen. Zo simpel is het.”
Maria lacht breeduit en komt terug op haar ontslag. “Ik ben nog altijd blij dat ik die keuze heb gemaakt. Maar je moet wel je nek durven uitsteken en het gesprek aangaan. Het begint allemaal bij durven voelen.” Hiermee doelt ze op de signalen die het lichaam uitzendt. “Je lichaam liegt nooit. Het is het waard om nauwkeurig naar je lijf te luisteren.”
Dat heeft Maria in de loop der jaren ook gedaan. Ze zoekt bewust de dingen op die haar gelukkig maken. Voor de 63-jarige oma zit dat in het spelen met haar drie kleinkinderen. Ze straalt. “Oh, heerlijk vind ik dat!”
Maar ook door heel vroeg te gaan slapen (21.00 uur), ‘lummeltijd’ in te ruimen waarin ze echt een moment voor zichzelf creëert om tot rust te komen, en buiten zijn, in de natuur. Dat sluit aan bij een citaat van de Chinese filosoof Lin Yutang, dat in haar allereerste boek, Handboek voor klein geluk, staat. “Het ware grote geluk bestaat niet. Maar je moet heel zuinig zijn op momenten van klein geluk. Geluk bestaat in de kleine romantiek van het dagelijks leven…”
Nog een allerlaatste advies voordat het gesprek eindigt. “Vraag jezelf op je werk af: past dit bij mijn talenten? Zo nee, zoek alsjeblieft iets anders. Wie zijn lijf serieus neemt en grenzen in de gaten houdt, ervaart positieve gevolgen op zijn werkgeluk.”